GEBRUIK VAN DE VAATWASMACHINE
Sluit de deur en draai de waterkraan open.
1. Zet de vaatwasmachine aan en selecteer het
vaatwasprogramma. Selecteer het gewenste
programma door aan dekeuzeknop te
draaien. Het corresponderende lampje gaat
branden.
Indien nodig de extra f,uncties selecteren.1
2. Druk op de Start toets om het
vaatwasprogramma te starten.
Het controlelampjeStar gaat btranden.
De in het geheugen opgeslagen gegevens
kunnen niet meer worden gewijzigd door aan
de programmakeuzeknop te draaien of de
toetsen in te dreuken.
Opmerking: na het indrukken van Star det 2
toets, slaat de vaatwasmachine alle
geselecteerde programma's op in het
geheugen. Deze gegevens blijven ook in het
geheugen als de stroom uitvalt.
3. Het is mogelijk het programma te wijzigen
door deStar circat 5 seconden ingedrukt te
houden, totdat het laStartmpje dooft.
Selecteer het nieuwe programma met de
keuzeknop en druk op Stde ar toetts.
Het einde van het programma wordt 3
gesignaleerd, doordat het lampje End
(indien aanwezig) kort gaat branden en het
lampj Ste ar dootft.
4. Zet de vaatwasmachine uit door de
programmakeuzeknop naar links in de stand
?0? te draaien (pas nadat het controlelampje
End kort heeft gebrand of het lampje a Start 4
uitgegaan is). Alle lampjes gaan uit.
Opmerking: Als de vaatwasmachine tijdens
het vaatwasprogramma wordt uitgezet,
wordt het programma hervat vanaf het punt
waarop het afgebroken is, als de machine
weer wordt aangezet.
Open de deur en leeg de vaatwasmachine, te
beginnen met de onderste korf.
36 |