moeten de beide zijkanten zeer voorzichtig
iets uit elkaar getrokken worden. Haak nuDeel IIGEBRUIKSAAN-
de beide zijkanten aan de beugels 2 en 3 enWIJZING
duw de zijkanten weer terug. Het schouw-
element blijft aan beugel 2 hangen. Zet het
schouwelement aan beugel 2 vast met twee1 - VEILIGHEIDS-
grote meegeleverde schroeven.MAATREGELEN
2 - Verbind het onderste schouwelement I op
dezelfde wijze als beschreven onder punt 1Het is noodzakelijk, dat de veiligheids-
aan de beugels 1 en 3. Let erop, dat hetmaatregelen uit paragraaf 3 van deel I
strict worden opgevolgd.
schouwelement I in de bovenzijde van deBovendien moeten ook de volgende punten
wasemkap past.
Zet het schouwelement I aan beugel 1 vastin acht worden genomen:
met twee grote meegeleverde schroeven.1.1 - Onderhoud het vet- en koolstoffilter
N.B. De bevestiging van de beide schouwe-exact volgens de opgave van de fabri-
lementen S en I aan beugel 3 vindt plaatskant of vaker indien het gebruik langer
door de elementen vast te drukken.dan vier uur per dag is.
3 - Bevestig de twee uitlaatroosters zodanig in1.2 - Doof of reduceer de vlam als de pan van
het schouwelement, dat de symbolen naarhet vuur wordt gehaald, maar laat de
boven en naar voren wijzen. Bij recircu-
latie is het noodzakelijk, dat de rosters ookvlam nooit voluit onder een in bedrijf
in de luchtstroomgeleider F haken (fig. 9) .zijnde wasemkap staan.
1.3 - Regel de vlam zodanig, dat deze nooit
onder de pan uit komt; hierdoor wordt
energie bespaard en een gevaarlijke
warmte concentratie vermeden.
1.4 - Gebruik de wasemkap enkel en alleen
voor het afzuigen en zuiveren van
keukendampen en -geuren.
2 - GEBRUIK
2.1 - Bedieningspaneel I
Het bedieningspaneel is weggewerkt in de
wasemkap. Door zacht op de plaats van de
pijl in figuur 10 te drukken en weer los te
laten, springt het paneel tevoorschijn. Na
gebruik kan het paneel weggewerkt worden
door het paneel zacht terug te drukken,
totdat deze in de sluiting klikt.
2.2 - Bedieningspaneel II
Het bedieningspaneel bestaat uit drie
schakelaars (fig. 9) .
Schakelaar L = AAN/UIT schakelaar van de
verlichting
Schakelaar M = AAN/UIT schakelaar van
de motor
Schakelaar V = keuzeschakelaar bedrijfsnel-
heden:
1 = laagste bedrijfssnelheid; voor een ge-
ruisloze luchtverplaatsing.
2 = middelste bedrijfssnelheid; het meest
gebruikt, vanwege de optimale verhouding
tussen luchtverplaatsing en geluid.
3 = hoogste bedrijfssnelheid; in geval van
een hoge dampconcentratie.
3 - ONDERHOUD
Goed onderhoud verlengt de levensduur en
houdt het rendement op peil. Het vet- en |