EEN WARME OF KOUDE MOTOR8. Laat het apparaat gedurende minimaal 30
ZONDER BRANDSTOF STARTENseconden lopen in de stand RUNalvorens
1. Zet de gashendel in de stand.u de gashendel in de standzet.
2. Zet de chokehendel in de stand FULLIndien demotor na5maal trekken (in destand
CHOKE.HALF CHOKE) nog niet is gestart, dient u de
3. Druk langzaam8 maalop deprocedure ?Koude start? te herhalen. Indien
ontstekingsknop.de motor nog steeds niet start, dient u verder
te gaan naar ?Een verzopen motor starten?.
GashendelOntstekingsknop9. Om de motor te stoppen beweegt u de
gashendel naar de stand STOP.
EEN WARME MOTOR MET
BRANDSTOF STARTEN
1. Zet de gashendel in de stand.
2. Trek stevig aan het startkoord totdat de
motor gaat lopen, maar niet meer dan 5
maal trekken.
OPMERKING:Indiendemotornietis
gestart, trekt u nogmaals 5 maal aan het
startkoord. Indien de motor nog steeds niet
gaat lopen, is deze waarschijnlijk verzopen.
Chokehendel3. Om de motor te stoppen beweegt u de
gashendel naar de stand STOP.
EEN VERZOPEN MOTOR STARTEN
4. Trek stevig aan het startkoord totdat de
motor bijna gaat lopen, maarniet meerdanEen verzopen motor kan worden gestart door
5 maal trekken (beneden 0_ C, 8 maal).de choke op de RUN--stand. Zet de
OPMERKING:Indiendemotorbijnagaatgashendel in de stand. Trek stevig aan
e
lopen voor de 5maal trekken, dient uhet startkoord totdat de motor gaat lopen. Zet
onmiddellijk naar de volgende stap te gaan.de gashendel in de stand.
5. Zet de chokehendel in de stand HALF
Het kan nodig zijn verscheidene keren aan de
CHOKE.
starthendel te trekken; dit hangt ervan af hoe
6. Trek stevig aan het startkoord totdat de
erg de motor verzopen is.
motor gaat lopen, maar niet meer dan 5
maal trekken (beneden 0_ C, 10 maal).Als het apparaat nog steeds niet start,
7. Laat de motor gedurende 5 secondenraadpleegtudePROBLEEM--
lopen, zet de chokehendel vervolgens inOPLOSSINGSTABEL of contact op te nemen
de stand RUN.met een erkende servicedealer.
ONDERHOUD
APPARAAT REINIGEN & LABELS
WAARSCHUWING:VerwijderdeS Inspecteer het gehele apparaat na elk
brandstofdop langzaam bij het opvullen metgebruikop losseofbeschadigde
brandstof.onderdelen. Reinig het apparaat en de
labels met een vochtige doek en een mild
CONTROLEER OP LOSSE
reinigingsmiddel.
SLUITINGEN EN ONDERDELENS Wrijf het apparaat af met een schone droge
S Bougiehouderdoek.
S Luchtfilter
LUCHTFILTER REINIGEN
S Schroeven behuizing
CONTROLEER OP BESCHADIGDE
OF VERSLETEN ONDERDELEN
Voor vervanging van beschadigde/versletenDeksel
onderdelen, dient u naar een erkendeluchtfilter
servicedealer te gaan.
S Gashendel.Verzekerdatde
regelklephendel goed werkt door de
regelklep op de STOP--stand te zetten.
Wees er zeker van dat de motor stopt; start
de motor daarna opnieuw en ga door.
S Brandstoftank. U dient het apparaat niet
verdertegebruikenindiende
brandstoftank beschadigd is of lekt.
S Vacuümzak- Udient hetapparaat nietverder
te gebruiken indien de vacuümzak is
LuchtfilterSchroeven
gescheurd of beschadigd.
-- 64 -- |