Het gebruik van de afstandsbediening
Opmerkingen voor gebruik
Het plaatsen van de batterijen
< Richt de voorkant van de afstandsbediening op de sensor inVerwijder met een schroevendraaier het beschermkapje van de
het apparaat, zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevindenafstandsbediening. Plaats de twee AA-batterijen met de +/_
tussen de afstandsbediening en de sensor en blijf met depolen in de goede richting en zet het beschermkapje met de drie
afstandsbediening binnen zeven meter van het apparaat. schroeven weer terug.
< Zorg ervoor dat er geen direct zonlicht of ander licht op de
sensor schijnt, dit kan tot gevolg hebben dat de
afstandsbediening niet correct werkt.
< Het kan voorkomen dat andere apparaten met een
afstandsbediening niet of minder correct werken, het infrarode
licht van deze afstandsbediening kan de andere be?nvloeden.
Vervangen Batterijen
Wanneer de maximale afstand tussen apparaat en
afstandsbediening waarop deze werkt terugloopt, zijn de
batterijen aan vervanging toe. Vervang de batterijen dan door
nieuwe.
Behandeling van batterijen
< Let vooral goed op de juiste positie van + en _.
< Gebruik altijd batterijen van hetzelfde type. Gebruik nooit
verschillende batterijen door elkaar.
< Zowel oplaadbare batterijen (accuOs) als niet oplaadbare
batterijen kunnen gebruikt worden. Let op de aanwijzingen op
de buitenzijde en op de juiste spanning.
< Wanneer de afstandsbediening voor langere tijd niet zal
worden gebruikt (meer dan een maand) de batterijen uit de
afstandsbediening verwijderen om schade door lekken te
voorkomen. In geval van lekkende batterijen, het vocht
zorgvuldig verwijderen en nieuwe batterijen inzetten. Was uw
handen daarna grondig!
< Verhit batterijen nooit en gooi lege batterijen niet in het vuur.
Lever ze in als KCA (klein chemisch afval) op de daarvoor
bestemde plaats.
NEDERLANDS
77 |