G EBRUIKSAANWIJZING VOOR MINICOOL
1. Uitpakken
Controleer de miniCool tijdens het uitpakken op beschadiging. Transportbeschadigingen moeten
onmiddellijk woren gemeld aan het betreffende vervoersbedrijf.
2. Installeren van de miniCool
De beste koelprestaties en het laagste energieverbruik worden verkregen als men de miniCool niet te
dicht bij een hittebron plaatst of aan direct zonlicht bloot stelt. Voorwaarde voor een bevredigende
werking van het koelaggregaat is dat de miniCool geheel vlak (waterpas) wordt geinstalleerd. Plaats de
m iniCool dusdanig dat de luchtcirculatie rondom het koelaggregaat ongehinderd kan plaatsvinden. Het
ventilatierooster aan de achterkant van de miniCool mag niet worden afgedekt. De aanbevolen afstand
van de achterzijde van de kast tot de wand is minimaal 2 cm.
BELANGRIJK: Als de minibar niet vrij wordt geplaatst maar wordt ingebouwd, dient mener-
voor te zorgen dat het koelaggregaat adequaat wordt geventileerd. De open
ruimte voor de toevoer- en afvoerlucht dient een oppervlakte te beslaan van
tenminste 200 cm2.
Fig. 1:Ventilastierooster (1) - Toevoerlucht (2) - Afvoerlucht (3)
O mzetten van de deur
De deur kan zowel rechts als links aangeslagenworden. Daarvoor moeten de scharnierpennen losge-
m aakt en op overeenkomstige wijze aan de andere kant aangebracht worden.
3. Reinigen van de miniCool
Alvorens de miniCool in gebruik te nemen, verdient het aanbeveling om hem eerst van binnen en van
buiten te reinigen met lauw water waaraan een zacht, niet krassend schoonmaakmiddel is toegevoegd.
Vervolgens met schoon water behandelen en goed afdrogen. Nooit zeep of schurende, korrelige
reinigingsmiddelen gebruiken, vooral niet als deze soda bevatten. Ook het inwendige van de miniCool
op dezelfde manier reinigen. De deurafdichting van PVC mag niet in aanraking komen met olie of vet.
De afdichting blijft langer soepel en zal een langere levensduur hebben als hij van tijd tot tijd wordt
behandeld met talkpoeder, vooral aan de scharnierzijde.
M et een interval van circa één jaar dient de achterzijde van de miniCool te worden gereinigd met een
zachte borstel of doek. Het koelaggregaat vergt verder geen ander onderhoud. De ingebouwde
cilindersloten mogen niet met conventionele smeermiddelen worden behandeld omdat dit de werking in
gevaar kan brengen. Bij wijze van uitzondering mogen de cilindersloten worden gesmeerd met een
speciaal middel voor cilindersloten.
4. Elektrische aansluiting
Controleer voordat de minibar in gebruik genomen wordt eerst of de spanning die op het
gegevensplaatje (in het koelvak) staat vermeld overeenstemt met de netspanning. De netkabel zit vast
aan de miniCool en dient conform de plaatselijke voorschriften te worden aangesloten op een geaarde
contactdoos. Als de netkabel verwangen moet worden, dient u zich tot uw dichtstbijzijnde dealer te
wenden.
Het apparaat is vorzien van een elektronische temperatuurregeling. De bedieningsknop voor de
thermostaat is in het onderste gedeelte van de miniCool aan de achterwand gemonteerd. Stel de
thermostaat in op een middenpositieFig. )2(Als u de thermostaatknop naar rechts draait, dan wordt de
temperatuur in het koelvak lager; naar links draaien resultert in een hogere temperatur. In de 0-stand is
de miniCool uitgeschakeld.
5. Ontdooien van de verdamper
In de elektronische regling van het apparaat is een automatische ontdooifunctie inbegrepen. De
elektronische componenten zijn dusdanig afgesteld dat de eerste ontdooifase 15 uur na het inschakelen
van de kast (nadat de stekker in het contact is gestoken) wordt gestart en men het gewenste
ontdooitijdstip dus kan kiezen door de stekker op een bepaald moment in het stopcontact te steken. De
ontdooifase duurt 2 uur. Daarna werkt het koelaggregaat telkens 22 uur, gevolgd door een
ontdooiperiode van 2 uur.
17 |